Geschikt voor menselijke consumptie of gevaar voor de gezondheid?
Vloeistoffen die bestemd zijn voor menselijke consumptie en water waarvan alleen de smaak, geur, kleur of temperatuur gewijzigd mag zijn, dienen ingedeeld te worden in klasse 1 of 2. Vloeistoffen van klasse 1 of 2 vormen geen risico voor de menselijke gezondheid. Vloeistoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid behoren tot klasse 3, 4 en 5.
Onderscheid tussen vloeistofklasse 3 en 4
Risico's vanwege stoffen (meestal chemicaliën) worden ingedeeld in klasse 3 en 4. Er wordt onderscheid gemaakt tussen klasse 3 en 4 op basis van de gemiddelde letale dosis LD50 en de gemiddelde letale concentratie LC50. Deze waarden worden voor chemische stoffen bepaald op basis van dierproeven en de fabrikanten vermelden deze waarden in veiligheidsinformatiebladen. Als er twijfel bestaat over de indeling van een vloeistof in klasse 3 en 4, dan is het raadzaam om de veiligheidsvoorziening te kiezen voor bescherming tegen de hogere klasse 4. Radioactieve, mutagene of kankerverwekkende stoffen vallen expliciet onder klasse 4. Bij vloeistoffen van klasse 5 is het gezondheidsrisico afkomstig van microbiële of virale pathogenen. De gezondheidsrisico's die van deze vloeistoffen uitgaan, dienen net zo kritisch bekeken te worden als de risico's van vloeistoffen uit klasse 3 en 4.
Vloeistofvloeistofklasse 5
De hogere classificatie van klasse 5 is te wijten aan de groei van micro-organismen. Micro-organismen kunnen zich onder gunstige groeicondities immers exponentieel vermenigvuldigen. Dit betekent dat het gevaar van een vloeistof uit klasse 5 na verloop van tijd kan toenemen. Het gevaar van vloeistoffen uit klasse 3 en 4 blijft daarentegen constant of neemt af bij verdunning met water. Het doorslaggevende aspect dat klasse 3 en 4 onderscheidt van klasse 5 is echter dat micro-organismen in drinkwaterinstallaties zich tegen de stroomrichting in kunnen verspreiden wanneer zij zich vermenigvuldigen. Hierdoor ontstaan er zeer speciale vereisten aan de bescherming van drinkwater tegen vloeistoffen uit klasse 5. De hogere classificatie van klasse 5 wordt daarom niet direct geassocieerd met een hoger gezondheidsrisico, maar met het risico op aantasting van de drinkwaterkwaliteit tegen de stroomrichting in.
Waar dient tijdens de classificatie rekening mee gehouden te worden?
Bij het classificeren van een vloeistof dient men er rekening mee te houden dat er door externe omstandigheden, zoals hogere omgevingstemperaturen, ongunstige materiaaleigenschappen en onregelmatige stroming, gunstige groeiomstandigheden ontstaan voor micro-organismen. Ondanks een oorspronkelijk gevaar dat niet van microbiële oorsprong is, kunnen er tijdens het gebruik omstandigheden ontstaan waartegen sommige veiligheidsvoorzieningen onvoldoende bescherming bieden. Het is daarom essentieel om bij de beheerder van de installatie informatie in te winnen over de plaatselijke gebruiks- en bedrijfsomstandigheden. Deze informatie dient vervolgens bij het kiezen van de veiligheidsvoorzieningen in acht genomen te worden.
Afbakening van het verantwoordelijkheidsgebied van de drinkwaterverordening
Bij gebruik van een veiligheidsvoorziening tegen vloeistoffen uit klasse 3, 4 en 5 valt het water aan de uitgangszijde van de veiligheidsvoorziening niet onder de reikwijdte van de drinkwaterverordening. Conform de volgende afbeelding worden er daarom geen vereisten en grenswaarden gesteld aan de kwaliteit van het water.
Desondanks kan het water bijvoorbeeld aan de uitgangszijde van een terugstroombeveiliging nog steeds gebruikt worden als levensmiddel. Hiervoor dienen echter ook aan de uitgangszijde van de veiligheidsvoorziening componenten gebruikt te worden die qua materiaaleigenschappen geschikt zijn voor gebruik in drinkwaterinstallaties en die de beoogde werking in acht nemen.