2. Temperatuur
Temperatuur behoort tot de meest kritieke factoren voor microbiële groei. Het bepalen van temperatuurbereiken die ongunstige leefomstandigheden bieden voor facultatieve micro-organismen en dus een basis vormen voor preventieve gezondheidsbescherming, is erg moeilijk en hangt van veel factoren af. Drinkwatertemperaturen van <20 °C en warmwatertemperaturen van >55 °C zijn optimaal en bevestigd door een groot aantal onderzoeken.
Uittreksel uit DIN 1988-300
"Bij een beoogde werking mag de temperatuur van het koude drinkwater na maximaal 30 seconden na het volledig opendraaien van het tappunt niet hoger zijn dan 25 °C. De temperatuur van warm drinkwater dient dan minstens 55 °C te bedragen."
Drinkwatertemperatuur onder 20 °C
Een temperatuur van < 20 °C wordt beschouwd als een hygiënisch veilige temperatuur in koud water, bijvoorbeeld in DVGW Waterinformatie 90, in vakpublicaties van de UBA, van het RKI en in veel internationale normen en aanbevelingen.
Als u wilt weten hoe u koud water permanent onder de 20 °C kan kunt houden en tegelijkertijd hulpbronnen kunt besparen, ga dan naar de pagina over koudwatercirculatie.
Uittreksel uit DIN 1988-300
"Om hygiënische redenen dient bij de wateruitlaat van de boiler met circulatie een temperatuur van minstens 60 °C te worden gehandhaafd. Circulerend warm drinkwater mag een temperatuurdaling van 5k niet overschrijden".
Warmwatertemperatuur boven 55 °C
De temperatuur van het warme drinkwater (PWH en PWH-C) dient op elk punt van de circulatiesystemen in overeenstemming met de algemeen geldende regels van de techniek minstens 55 °C te zijn. Het warmwatervolume dat niet op de juiste temperatuur kan worden gehouden, dient tot een minimum beperkt te worden. Als het volume van een leidingdeel groter is dan 3 liter, dan dient er een circulatiesysteem aangebracht te worden om de temperatuur op peil te houden. Meer informatie over warmwatercirculatie op de website vindt u op de pagina over warmwatercirculatie.